© Ton Rüland
© Dirk Engelage
Voorzichtig, heel voorzichtig,
kijk ik of het veilig is
en steek mijn kop
boven het water uit.
Zo heel snel ben ik niet,
dus die voorzichtigheid
is nodig, moet je weten.
Als ik in mijn schild kruip
ben ik veilig,
maar dan zie ik niks
en slaat uiteindelijk
toch de verveling toe
en honger,
dat natuurlijk ook,
maar honger van het lijf
én honger van de geest.
Ook ik,
gepantserd als ik ben,
ik heb behoefte
om daar buiten
rond te neuzen
en iets anders te beleven
dan in mijn
toch wel wat benauwde huis.
Dus steek ik,
met naar wat ik hoop
beperkt gevaar,
mijn nek uit
en ik kijk wat rond
zo op het oog wat traag,
maar heus,
ik mis niet veel,
ik let goed op,
dat heb ik al
van huis uit
meegekregen;
rustig aan,
maar heel secuur!